Hogere beslagvrije voet vanwege kosten beschermingsbewind
Helaas komt het wel eens voor dat er beslag gelegd wordt door een deurwaarder. Het is derhalve erg belangrijk dat de bewindvoerder binnen enkele (maximaal zes) maanden de cliënt aanmeldt voor schuldhulpverlening, of eventueel zelf regelingen treft met schuldeisers. Helaas kan het door bijzondere omstandigheden voorkomen dat dit niet lukt (bijvoorbeeld bij detentie, negatief budgetplan, weinig medewerking cliënt) In dat geval kan beslag gelegd worden op het inkomen.
Sinds 1 januari 2021 is voor de berekening van de beslagvrije voet in de wet een hardheidsclausule opgenomen. In uitzonderlijke situaties waarbij de beslagvrije voet niet toereikend is, kan de kantonrechter de beslagvrije voet verhogen. De rechtbank Amsterdam moest oordelen over een lage beslagvrije voet voor iemand die in een instelling verblijft. De kosten voor beschermingsbewind konden hieruit niet worden voldaan en de gemeente had het verzoek om bijzondere bijstand afgewezen. De rechtbank oordeelt dat de kosten van beschermingsbewind, nu er geen bijzondere bijstand wordt verstrekt, als uitzonderlijke noodzakelijke extra kosten moeten worden aangemerkt, waarmee de beslagvrije voet moet worden verhoogd