Bewindvoerder moet ook bij fraude een bankrekening voor klant kunnen openen
Wanneer je vanwege schulden bij de bank of fraude met de bankrekening geen rekening kunt openen, kun je onder bepaalde voorwaarden in aanmerking komen voor een basisbankrekening. Deze moet je volgens een convenant aanvragen bij de bank waar je het laatst hebt gebankierd. Voor bewindvoerders is deze regel onuitvoerbaar omdat zij voor de beheer- en leefgeldrekeningen een zakelijke overeenkomst hebben gesloten met één of twee banken. Het is ondoenlijk en onbetaalbaar om dit met alle banken te doen. De Rechtbank Amsterdam oordeelt dat het convenant basisbankrekening niet van toepassing is bij beschermingsbewind. De bank met wie de bewindvoerder een overeenkomst heeft gesloten, is ook bij fraude gehouden om een beheer- en leefgeldrekening beschikbaar te stellen
Basisbankrekening
Iedereen heeft een bankrekening nodig. Het is feitelijk onmogelijk om in Nederland zonder bankrekening te functioneren. De bank is echter in beginsel vrij om zelf te beslissen aan wie ze een betaalrekening verstrekken. Zo wordt altijd gecontroleerd of je op de zwarte lijst staat, het Extern Verwijzingsregister (EVR). Op deze lijst kom je te staan bij vermoedens van fraude. Daarvan is bijvoorbeeld sprake bij een ‘geldezel’ of ‘katvanger’ die de pinpas en pincode beschikbaar heeft gesteld aan criminelen, of het verstrekken van onjuiste informatie bij een kredietaanvraag. Afhankelijk van de ernst van het incident duurt de registratie in EVR maximaal acht jaar.
Ook een negatieve codering bij Bureau Kredietregistratie kan voor de bank reden zijn om geen bankrekening beschikbaar te stellen.
Vanwege de noodzaak van een bankrekening is wettelijk geregeld dat iedereen in beginsel recht heeft op een basisbankrekening (zie over de basisbetaalrekening art. 4:71f t/m 4:71j Wft). Deze basisbankrekening is een betaalrekening waarop je niet rood kunt staan.
Banken hebben onderling afgesproken dat deze basisbankrekening aangevraagd moet worden bij de bank waar betrokkene het laatst heeft gebankierd. De bank kan in het geval van fraude de voorwaarde stellen dat de aanvraag medeondertekend moet worden door een erkende hulpverleningsinstantie en dat de betaalrekening door deze hulpverleningsinstantie wordt beheerd. Deze laatste voorwaarde leidt er in de praktijk toe dat je dan meestal aangewezen bent op een bewindvoerder die de bankrekening beheert. Zelfs als er geen directe grond voor beschermingsbewind is, kan het niet kunnen openen van een bankrekening aanleiding zijn om het bewind in te stellen (ECLI:NL:RBOVE:2020:2854).
Op de website ‘basisbankrekening’ is een lijst te vinden van erkende hulpverleningsinstanties. Professioneel bewindvoerders zijn ook erkend.