Te lage beslagvrij voet
Het absolute bestaansminimum zou robuust moeten zijn, maar dat is het in de praktijk niet. In zo’n 75% van de gevallen blijkt de beslagvrije voet te laag vastgesteld. Nieuwe schulden ontstaan, de ene schuld wordt vervangen door een andere, met allerlei extra kosten van dien.
De lage vaststelling van de beslagvrije voet heeft vooral te maken met het ontbreken van informatie om de beslagvrije voet correct te berekenen. De beslagvrije voet is wel van zo’n 14 gegevens afhankelijk en de debiteur is degene die dit moet aanleveren.
En zoals we weten heeft het hebben van schulden grote invloed op het denken en handelen van mensen. Zelfs als mensen weten dat ze te weinig ontvangen kan het in actie komen en de juiste stappen zetten zeer moeizaam verlopen. Dit wordt bevestigd door wetenschappelijk onderzoek over schaarste en geldstress en beperkt ‘doenvermogen’.
Vereenvoudiging
De vereenvoudiging van de beslagvrije voet wordt gerealiseerd door zo min mogelijk afhankelijk te zijn van informatie van de debiteur. Aan de hand van informatie uit de Basisregistratie persoonsgegevens en de Polisadministratie kan in de meeste gevallen de beslagvrije voet worden berekend.
De wijze waarop de beslagvrije voet wordt berekend hangt af van de hoogte van het inkomen. Er worden drie inkomensgroepen en daarmee drie berekeningswijzen onderscheiden.
1. Laag inkomen
Bij een inkomen lager of gelijk aan de toepasselijke bijstandsnorm is de beslagvrije voet gelijk aan 95% van het netto inkomen incl. vakantietoeslag. Dit berekent dat 5% van het inkomen beschikbaar is voor beslag of verrekening.
2. Midden inkomen
Belastbaar inkomen waarbij wel recht op toeslagen bestaat, maar vanwege de hoogte van het inkomen niet volledig. In deze inkomensgroep is de beslagvrije voet gelijk aan 95% van de toepasselijke bijstandsnorm incl. vakantietoeslag verhoogd met een compensatiekop die afhangt van de leefsituatie en de hoogte van het bruto jaarinkomen. De compensatiekop is bij benadering gelijk aan de afbouw van de toeslagen (huurtoeslag, zorgtoeslag en kindgebonden budget) die men vanwege de hoogte van het inkomen minder ontvangt. In de rekentool staan hiervoor ingewikkelde formules, zoals: (95% x B) + (((C – D) / 12) x E) + ((H x C2 + I x C) – J) + (((C – D) / 12) x K).
3. Hoog inkomen
Het belastbaar inkomen is zodanig hoog dat nagenoeg geen recht op toeslagen bestaat. Voor deze inkomensgroep geldt dat de beslagvrije voet gelijk is aan 95% van de toepasselijke bijstandsnorm incl. vakantietoeslag verhoogd met een vast bedrag, de zogenaamde maximale compensatiekop. Dit levert de volgende vaste bedragen op.
Leefsituatie | Beslagvrije voet |
---|---|
Alleenstaande | € 1661,40 |
Alleenstaande met kind(eren) jonger dan 18 jaar | € 1779,52 |
Gehuwden zonder kinderen jonger dan 18 jaar | € 2199,34 |
Gehuwden met kind(eren) jonger dan 18 jaar | € 2317,45 |
Bijzonderheden
Zonder in detail te treden nog een aantal bijzonderheden:
Beslagvrij bedrag bankbeslag
Per 1 januari 2021 wordt ook een beslagvrij bedrag voor bankbeslag ingevoerd. De volgende bedragen zijn vrijgesteld van beslag:
Leefsituatie | Beslagvrije voet |
---|---|
Alleenstaande | € 1661,40 |
Alleenstaande met kind(eren) jonger dan 18 jaar | € 1779,52 |
Gehuwden zonder kinderen jonger dan 18 jaar | € 2199,34 |
Gehuwden met kind(eren) jonger dan 18 jaar | € 2317,45 |
De Wet herziening beslag- en executierecht regelt naast een betere bescherming bij bankbeslag ook een betere bescherming bij beslag op inboedel. Dit onderdeel is ingevoerd per 1 oktober 2020.
Goed nieuws